Van alle patiënten met onverklaarde klachten is 80 procent vrouw. Vrouwen hebben 60 procent meer kans op bijwerkingen bij het gebruik van medicatie. Terwijl vrouwen gemiddeld langer leven dan mannen, brengen ze minder jaren in goede gezondheid door. De wereldwijde gezondheidskloof veroorzaakt jaarlijks 75 miljoen verloren levensjaren bij vrouwen, door een slechte gezondheid, berekende adviesbureau McKinsey.
Er sterven meer vrouwen dan mannen aan hart- en vaatziekten, terwijl ze niet ongezonder leven – dit komt doordat de eerste tekenen van hartproblemen bij hen vaak niet herkend worden. Volgens Yvonne van der Schouw, hoogleraar cardiovasculaire epidemiologie bij het UMC Utrecht, lijkt het er op dat de overgang hier iets mee te maken heeft. Maar hoe dit precies werkt is nog niet duidelijk, omdat er lange tijd amper onderzoek naar is gedaan.
Tot enkele decennia geleden werd het mannelijk lichaam gezien als de standaard. Vrouwen werden gezien als ‘kleinere mannen’, die op een paar andere onderdelen na vrijwel hetzelfde zouden functioneren. Hierdoor worden symptomen bij vrouwen vaak niet of te laat herkend, zijn medicijnen ongeschikt of verkeerd afgestemd en is er relatief veel minder bekend over aandoeningen die specifiek met het vrouwelijk lichaam te maken hebben.
Geneeskundig onderzoek richtte zich dan ook vaker op het mannelijk lichaam, waarbij werd aangenomen dat het bij de vrouw wel ongeveer hetzelfde zou werken. Zo was het in Amerika lange tijd verboden om nieuwe pillen te testen op vrouwen van vruchtbare leeftijd. Niet zonder reden, overigens: dit was om rampen zoals die met de angstremmer thalidomide te voorkomen. Bij vrouwen die dit middel eind jaren ‘50 en begin jaren ‘60 slikten, bleken hun ongeboren kinderen vreselijke afwijkingen te vertonen.
Maar dit besluit leidde vervolgens tot nieuwe rampen. Zo bleek een hooikoortspil bij vrouwen voor ernstige hartritmestoornissen te zorgen, en daar kwam men pas achter toen de eerste vrouwen in het ziekenhuis belandden, omdat het middel op hen niet was getest.
En dus werd in de jaren negentig besloten dat een medicijn op elke doelgroep moet worden getest die het gaat gebruiken. Toch worden niet bij alle geneesmiddelenonderzoeken evenveel vrouwen getest, zoals bij hart- en vaatziekten, kanker en hiv. Ook wordt er naar ‘vrouwenziekten’ zoals endometriose, of aandoeningen die vaker bij vrouwen voorkomen (migraine, angststoornissen) minder onderzoek gedaan dan naar aandoeningen waar veel mannen last van hebben.
Bij endometriose duurt het gemiddeld 7 tot 12 jaar tot vrouwen de diagnose krijgen, terwijl naar schatting 1 op de 10 vrouwen hier aan leidt. Er is vijf keer meer onderzoek gedaan naar erectiestoornissen dan naar het premenstrueel syndroom (PMS), terwijl een op de vijf mannen hier last van heeft en 90 procent van de vrouwen één of meerdere PMS-symptomen ervaart. Vrouwen horen vaak dat pijn en ongemak ‘nu eenmaal bij menstrueren en de overgang horen’, terwijl erectieproblemen – de naam zegt het al – worden beschouwd als aandoeningen die moeten worden bestreden.
Hoogleraar Bart Fauser zet zich als medeoprichter van Alliantie Gender en Gezondheid in om het besef over genderverschillen in de zorg te vergroten. ‘De geneeskunde is voor een groot deel in de jaren ‘50 en ‘60 vóór en dóór mannen ontwikkeld’, zegt hij in een interview met NOS. ‘Hoewel er internationaal meer aandacht komt voor het vrouwelijk lichaam, zijn in Nederland vrouwen nog steeds slechter af dan mannen in de zorg.’
In het boek Diagnose: vrouw. schrijft de organisatie Women Inc. dat vrouwen nog steeds vaak als man worden behandeld in de dokterskamer, en daardoor vaak niet de juiste zorg krijgen. Naast dat er te weinig bekend is over hoe ziekten zich bij vrouwen anders manifesteren houden hardnekkige vooroordelen over vrouwen, zoals dat ze emotioneel of angstig zijn, een genderkloof in stand. Sommige cardiologen missen hartklachten bij vrouwen omdat ze worden afgeschreven als paniekaanval – vooral bij jonge vrouwen.
Meisjes en vrouwen hebben ook meer last van mentale problemen dan jongens en mannen. Er is te weinig kennis over hoe dit verschil te verklaren valt: komen deze klachten echt vaker bij vrouwen voor – en zo ja, waarom – of krijgen vrouwen met een fysiek probleem vaker een mentale diagnose?
Meer onderzoek is en blijft dus hard nodig. Gelukkig gebeurt er véél meer dan vroeger, en leren we steeds meer over de werking van het vrouwelijk lichaam. Maar het is belangrijk om te beseffen dat vooruitgang altijd kan worden teruggedraaid. In de Verenigde Staten is onder het nieuwe beleid van Trump het voor wetenschappers niet langer toegestaan om bepaalde woorden in hun onderzoek te gebruiken, waaronder het woord ‘vrouw’. Het woord man kan natuurlijk nog wel.
Informatief
WAAROM WETEN WE ZOVEEL MEER OVER HET MANNELIJK LICHAAM DAN OVER DAT VAN VROUWEN, EN WAT ZIJN DE GEVOLGEN?
